U bent hier
Gemeente Sint-Katelijne-Waver vraagt formeel stopzetting studies glastuinbouwzones
De gemeente Sint-Katelijne-Waver heeft formeel aan de POM Antwerpen, de provincie en het Vlaams Gewest gevraagd om alle lopende studies m.b.t. glastuinbouwzones stop te zetten. De gemeente werd immers ingelicht dat de EFRO-studie, die normaal gezien in september 2013 zou worden afgerond, met een jaar zou worden verlengd, hetgeen de gemeente niet aanvaardt.
Joris De Pauw, schepen van ruimtelijke ordening (N-VA) is duidelijk, “Wij hebben heel het studietraject rond de glastuinbouwzones, dat aanving in 2009, steeds als een vergissing gezien. Die studies hebben meer kwaad dan goed gedaan. Die uitgangspunten van die studies stonden zo ver van de realiteit dat het alleen maar fout kon lopen.”
De studies zijn na de commotie van 2011-2012 voor een stuk geheroriënteerd door de POM Anwerpen in het kader van de EFRO-haalbaarheidsstudie. Uit deze haalbaarheidsstudie is onder meer gebleken dat de plannen die de Vlaamse overheid eerst wenste te realiseren helemaal niet haalbaar waren.
Dit wordt ook bevestigd in de nieuwe beleidsbrief van minister-president Kris Peeters. In de lijst met beleidsprioriteiten voor 2013-2014, komen de glastuinbouwzones in Sint-Katelijne-Waver niet meer voor (pagina 26 van de beleidsbrief).
Joris De Pauw vult aan “De voorlopige conclusies van de studies zijn ons via allerlei kanalen meegedeeld, maar men heeft nog geen formeel rapport neergelegd. Wij hebben de neerlegging van een dergelijk rapport dan ook gevraagd, waarin zwart op wit bevestigd wordt dat glastuinbouwzones niet haalbaar zijn, om op die manier voor eens en voor altijd duidelijkheid te creëren. Opnieuw een jaar studeren, kan voor ons echt niet.”
Jan Broes, schepen van land- en tuinbouw (N-VA) vult aan “Ik vind het bijzonder spijtig dat de lokale CD&V-afdeling nog steeds verkondigt dat de studies moeten blijven doorgaan. Ik stel me ernstige vragen bij die houding.” Ook Joris De Pauw is formeel “CD&V is blijkbaar van mening dat we de EFRO-studie moeten gebruiken om naar oplossingen voor de knelpunten voor de land- en tuinbouw te zoeken. Als ik me niet vergis, leverde CD&V tientallen jaren lang de schepen van land- en tuinbouw, en zouden zij dus de knelpunten en de haalbare oplossingen moeten kennen. CD&V heeft jaren de tijd gehad om daar iets aan te doen.”
Beide schepenen besluiten “Nog een bijkomende studie heeft dus echt geen zin. Wij hebben die EFRO-studie niet nodig om een goed land- en tuinbouwbeleid te voeren. We kennen de knelpunten en de haalbare oplossingen. We voelen aan dat de sector niet gebaat is met een nieuwe studieronde. We zijn op gemeentelijk niveau volop in overleg met de sector om tot een evenwichtig en gedragen beleid te komen. ”